Een van de typische activiteiten van de Jonkheid, die helaas (alhoewel helaas!) niet al te vaak voorkomt, is het "huule". "Huule", ook wel ketelmuziek maken, ketelen, pelteren, pelten, varen, oewattele, rammele, rijpe of de beer varen c.q. jagen, genoemd, wordt in Mheer gedaan als een weduwnaar of weduwe wil hertrouwen. Het is een gebruik dat veelvuldig voorkwam in de Middeleeuwen en waarschijnlijk een nog veel oudere oorsprong heeft. Vermoedelijk is het een vorm van volksgericht, dat stamt uit een tijd waarin men heel anders dacht over rechtspleging dan in onze huidige tijd. Rechten en plichten van het volk waren bepaald door overlevering en niet door een of andere rechtbank, schepenbank of gerechtshof. Vooral in kleine gemeenschappen waar de onderlinge sociale contacten erg sterk waren, is deze vorm van volksjustitie nog lang blijven bestaan. Een van de straffen van deze volksjustitie was het "huule", eigenlijk de minst zware straf (vergelijk: op een ezel achterstevoren door het dorp gejaagd worden, het afbreken van het dak van iemands huis, het inslaan van deuren en ramen, de oven stuk slaan, de put dempen of met zout onklaar maken). Tot in de late Middeleeuwen moet het "huule" er als volgt uitgezien hebben. De deelnemers zijn vermomd en maken een hels kabaal, enerzijds door middel van geschreeuw, gegil, gefluit, het zingen van spotliederen en obscene gezangen; anderzijds produceren zij geluid met allerlei voorwerpen, ketels, bellen, hoorns, muziekinstrumenten, enz. en er moet onderhandeld worden over een afkoopsom. Hierbij vergeleken is het huidige "huule" een zwak aftreksel van hetgeen vroeger gebruikelijk was. De oerelementen zijn echter gebleven: er wordt kabaal gemaakt zolang tot de afkoopsom betaald is. Oorspronkelijk werd er ook "gehuuld" voor pasgehuwden, voor vreemden die in het dorp kwamen wonen en er huwden, voor partners die veel in leeftijd verschilden, voor homosexuelen, enz. Maar tegenwoordig wordt alleen nog "gehuuld" voor een weduwe of weduwnaar die trouwplannen heeft. Hieronder volgt een beschrijving van dit gebeuren.
Is er sprake van een vaste verkering van een weduwe of weduwnaar, dan wordt met spanning uitgekeken naar de dag, waarop het aanstaande bruidspaar in de kerk vanaf de kansel de eerste roep krijgt (dit is drie weken voor het huwelijk). Dan is het moment daar, dat het bestuur van de Jonkheid bijeen komt om de organisatie op touw te zetten, zodat alle ingrediënten voor het "huule" in gereedheid gebracht kunnen worden. Alle leden van de Jonkheid worden opgeroepen om mee te doen en op het afgesproken tijdstip verzamelen zij zich bij het huis van de trouwlustige om met hem of haar over de afkoopsom te onderhandelen. Gaat de trouwlustige accoord met de gevraagde afkoopsom, dan wordt er niet "gehuuld". Meestal echter gaat de trouwlustige niet accoord, waarop het "huule" begint. Soms gaat nog een afvaardiging van de Jonkheid, die met alle middelen is uitgerust om kabaal te maken, nog eens maar de trouwlustige toe, om te informeren of hij/zij genegen is aan de gestelde afkoopsom te voldoen. Het komt wel voor dat de trouwlustige, onder de indruk van de massale opkomst, zich bedenkt. Zo niet dan wordt naar hartelust "gehuuld". Het spreekt natuurlijk voor zich, dat hoe langer de afkoopsom geweigerd wordt, hoe fanatieker de "huulers" te keer gaan. Het is dus zaak om veel sterke jongelui te hebben, die elkaar afwisselen, want het monotone slaan met een zware hamer op een of ander voorwerp, is niet bepaald licht werk. Na een avond te hebben "gehuuld" wordt de volgende avond het geheel herhaald, tenminste indien de trouwlustige blijft weigeren. Men gaat op deze wijze avond na avond door, tot aan de eis is voldaan. Dit kan drie weken duren, uitgezonderd zijn meestal de zon- en feestdagen. Op de dag van het huwelijk gaat de Jonkheid met het beste pak aan, voor de kerk met het "huule" verder. Krijgt de Jonkheid het vat of de vaten bier (een som geld ter waarde van het bier is ook mogelijk), dan word deze afkoopsom, "'t huulbeer", ter plaatse door de ketelmuziekmakers en allen die zich in de loop van de avond(en) hebben aangesloten, opgedronken. De twee laatste keren dat er in Mheer "gehuuld" werd door de Jonkheid was in augustus 1963 voor Sjeng Sneepers, beter bekend als "d'r Sjeng van d'r Pos", en op aswoensdag 4 maart 1987 voor Huub van Proemmeren die in Mheer bekendheid geniet als kantonnier. Beide keren was het lijdend voorwerp bijzonder ingenomen met de twijfelachtige eer dat er voor hem "gehuuld" werd. De onderhandelingen over de afkoopsom waren in beide gevallen dan ook meer een formaliteit. En Sjeng Sneepers ging zelfs mee op kroegentocht, waarbij hij de Jonkheid flink moest trakteren.
Een bevredigende verklaring voor het woord "huule" is tot op heden niet gevonden. Gedacht wordt aan de betekenis huilen, schreeuwen, joelen, lawaai maken. Mogelijk is, dat "huule" ontstaan is uit "hulde" (vergelijk: "blinde" wordt "blinne", "ronde" wordt "ronne", "gulden" wordt "gulle"). Het "huulbeer" wordt ook wel "huldebier" genoemd en werd op sommige plaatsen door het huwelijkspaar aan de dorpsjonkheid geschonken voor de hulde van het kamerschieten (o.a. te Buggenurn).
Bij de verklaring van het hels lawaai bij het "huule" zijn ook verschillende theorieën ontwikkeld. Zo zou het lawaai bedoeld zijn om de rechten van de overledene, die hij ook na zijn dood behouden heeft, terug te eisen. Ook wordt gedacht aan een afschrikking van de boze geesten, in het bijzonder die van de overledene, een afschrikking van het boze, het onreine. Een geheel ander idee is dat het van oorsprong het lawaai is, waarmee een verbannen persoon verjaagd werd. Het tegenwoordige "huule" is een "afgezwakte symbolische uitvoering hiervan: het behoort tot een van de gebruiken, die vroeger inderdaad uitgevoerd werden. Wellicht is het van oorsprong een heidense feestcultus bij gelegenheid van een huwelijk, die zich, ondanks alle tegenwerkingen door de eeuwen heen, heeft weten staande te houden.
Als het aan de Jonkheid ligt, en als er weduwnaars en/of weduwen bereid zijn in het huwelijk te treden dan zal er "gehuuld" worden. De vorm zal misschien iets veranderen, de instrumenten en de andere attributen waarop kabaal gemaakt wordt zullen aan de tijd aangepast worden, maar het "huule" zal blijven bestaan.